tweede pool
een prachtig stuk uit huub oosterhuis’ psalm 22:
maar waarom
heb jij mij verlaten
toen de aarde schokte en beefde
de rotsen scheurden
waarom toen ik om je schreeuwde
heb je mij niet gestild?
toen ik daar hing
en maar hing
aan mijn polsen gehangen
levend gevild.
en uit psalm 22:
Waar blijft Hij, vraag je,
Hij zou toch komen?
Ja, Hij zou komen –
begin maar te zingen
En komt Hij niet,
je zult nooit weten
waarom niet.
Troost je,
Hij hoort je van verre
Hij is van ver en dichtbij
het wordt mij steeds duidelijker: ik ben, onvermijdelijk, de tweede pool in het Godsverbond. en eerlijk is eerlijk: ik houd zielsveel van de god die uit mijn leven verdween.
het voelt alsof er met het mediteren en met barnett newman een nieuwe fase is aangebroken. alsof mijn leven opnieuw gestemd wordt, de harmonie weer volledig opnieuw moet worden hersteld. ik voel hoe ik mij steeds meer bewust wordt van mijn lijf – en daarmee, zoals merleau-ponty me leerde, van mijzelf als mens. ik voel hoe er, als ik me op mijn ademhaling concentreer, zich in mijn een wereld van vrede opent, een thuis voor mijn rusteloze hart. en deze plek om te blijven is, zoals in het gedicht van rutger kopland, “leeg”: mijn hart is autè kath’ autè.